Geld is iets heel erg speciaals. En hoewel we de neiging hebben om valuta's als dollars, euro's, yen en yuan geld te noemen, zijn ze verre van wat feitelijk geld IS. Geld heeft een aantal kenmerken die kunnen worden gedefinieerd en het kan goed zijn om een paar van de kenmerken door te nemen van wat we geld noemen.

• Geld moet duurzaam zijn. Je kunt een eurobiljet in de oceaan gooien maar die zal snel alle monetaire waarde verliezen. Doe hetzelfde met goud en zelfs duizend jaar later zal er niets veranderd zijn.
• Geld moet deelbaar zijn. Een biljet van 100 euro is alleen 100 euro waard zolang je biljet heel is. Je kunt er niet een stuk vanaf scheuren en ergens voor betalen. Goud en zilver kunnen echter worden gebruikt in gram, ons, pond, kilogram, ton en het zal nooit zijn waarde verliezen.
• Geld moet beperkt zijn in hoeveelheid. Een van de belangrijkste redenen waarom valuta falen, is de mogelijkheid om er goedkoop meer van te produceren. Valuta zijn en worden al duizenden jaren in bestaan ​​gedrukt en (verkeerd) gebruikt door overheden. Het vergroten van de hoeveelheid valuta creëert altijd inflatie of de devaluatie van het reeds bestaande hoeveelheid van valuta. Goud en zilver zijn zeer zeldzaam en je kunt ze niet creëren. You can’t print gold!
• Geld moet een geschiedenis en universele acceptatie hebben. Valuta werken in landen, op continenten gedurende specifieke perioden. Een euro was onaanvaardbaar in 2001 en een Nederlandse gulden werd onaanvaardbaar na de invoering van de euro. Je kunt niet betalen met een dollar in Europa en met een euro in de Verenigde Staten. Alle valuta zijn gebonden aan geografische locatie en een specifiek tijdstip. De gemiddelde levensduur van de valuta is ook maar 27 jaar, waardoor ze zeer riskant zijn. Goud en zilver zijn universeel geaccepteerd en bekend en worden al duizenden jaren door alle volkeren en alle landen op alle continenten gebruikt.
• Geld moet consistent zijn. Valuta verliezen niet alleen waarde door inflatie. Alle fiat-valuta die ooit hebben bestaan, zijn uiteindelijk teruggekeerd naar hun intrinsieke waarde van nul. Goud en zilver zijn echter al vijfduizend jaar waardevol en zijn dat nog steeds.
• Geld moet intrinsieke waarde hebben. Valuta kosten nooit meer dan het papier waarop ze zijn gedrukt of het metaal waaruit ze zijn gevormd. En valuta vertegenwoordigen een belofte van toekomstige waarde of schuld. Goud en zilver vertegenwoordigen intrinsieke waarde vanwege de moeite die het kost om ze te produceren en de toepassingen waarvoor ze kunnen worden gebruikt.

Deze week werd duidelijk dat de eurozone amper meer groeit en dat de nieuwe voorzitter van de ECB landen oproept om via publieke investeringen economische groei te veroorzaken. Een onmogelijke opdracht want belasting of het onder dwang afnemen van geld dat via vele lagen bureaucratie uiteindelijk weer de economie instroomt, neemt alleen maar af van economische groei. Het alternatief is het bijdrukken van valuta. En dat is geen geld.

Geld wordt gebruikt om waarde uit te wisselen. Dat begint met betaling voor arbeid, maar geldt voor bijna elke transactie in het leven. Iedereen die werkt doet dit voor een vorm van betaling. De reden dat we betaling in valuta accepteren, is omdat we erop vertrouwen dat wanneer we onze valuta inwisselen voor producten of diensten die we nodig hebben of willen, we een waarde ontvangen die gelijk is aan, of groter is dan de arbeid die we steken in het verdienen van die valuta.

Zodra het vertrouwen in een valuta afneemt, veranderen we ons gedrag. Als het wantrouwen toeneemt is een volledig systeemfalen onvermijdelijk. Dat is de reden waarom geld ertoe doet en waarom goud en zilver altijd waarde hebben.