Is inflatie begonnen aan een klim?
5 oktober 2016
Hoewel het spotten van één zwaluw niet per se betekent dat de lente gearriveerd is, betekent de komst van lente wel dat we zwaluwen zullen zien. Die eerste zwaluw kan dus soms wél betekenen dat de lente eraan komt. Zo ook met de inflatie.
Ik heb eerder uitgebreid geschreven waarom het te verwachten is dat de inflatie in de eurozone de komende maanden wel eens snel naar 1 procent en hoger kan klimmen. Het heeft alles te maken met de olieprijs en de manier waarop inflatie wordt berekend.
Deze week stel ik de vraag: is die stijging begonnen? Ik stel die vraag omdat er niet één, niet twee maar drie inflatiezwaluwen te zien zijn!
100 km/h
Vorige week berichtte Eurostat, het Europese bureau voor de statistiek, dat de geldontwaarding in de muntunie in september 0,4 procent bedroeg. Alles behalve schrikbarend hoge inflatie uiteraard, maar het gaat mij om dynamiek. Een maand eerder vonden we de inflatie in de eurozone op 0,2 procent. En in het voorjaar stond er zelfs een min ervoor, met een inflatie van -0,2 procent. Nogmaals, het zijn is niet bepaald dat de inflatie hoog is, maar vergeet niet dat geldontwaarding zelden van niets naar hoog gaat. Het is net wanneer een file zich oplost: ook dan rijden de auto’s niet meteen 100 km/h maar trekken langzaam op richting die snelheid. De snelheid waarmee de inflatie in september is gestegen vergeleken met een maand eerder is de snelste sinds het najaar van 2014.
Zoals ik eerder uitvoerig heb geschreven: tenzij de olieprijs de komende maanden niet spectaculair daalt, denk aan een daling richting 20 dollar per vat, zal de inflatie in de eurozone blijven klimmen. Eerst richting 1 procent en daarna waarschijnlijk verder erboven.
Het heeft allemaal te maken met de prijzen van het energiecomponent van het totale inflatiecijfer. Al een lange tijd trok dat deel de totale inflatie fors omlaag. In september vorig jaar meldde Eurostat bijvoorbeeld dat het energiecomponent bijna 9 procent goedkoper was. Die sterke daling hield vervolgend maandenlang aan. Gezien het belang van energie in het totale inflatiecijfer is het geen wonder dat in die tijd de totale inflatie om en nabij 0 procent lag.Neerwaartse trekkracht
In de zomer van dit jaar was de neerwaartse trekkracht van energie op de totale inflatie met 7 procent daling al iets kleiner en de totale inflatie weerspiegelde dat: zoals gezegd klom die van onder de 0-procentgrens naar 0,2 procent in augustus. In september daalden de energieprijzen nog maar met 3 procent en de inflatie steeg het snelst in jaren dus.
In Duitsland kwam de geldontwaarding in september op het hoogste niveau in bijna 1,5 jaar en ook in Spanje is een goed gevulde boodschappenkar duurder geworden.
De vraag is dus of de eerder verwachte duidelijke inflatiestijging in de eurozone begonnen. Als de olieprijs gewoon gelijk zou blijven, zou de inflatie al oplopen. Nogmaals: alleen als de olieprijs weer flink zou dalen, zou die inflatiestijging in de eurozone uitblijven.
Maar de olieprijs lijkt zelfs te gaan stijgend de komende maanden dankzij de vorige week gemaakte afspraak tussen de OPEC-landen om hun gezamenlijke productie te verlagen om zo de olieprijs, en dus inkomsten, aan te jagen.
Ik ben de eerste die toegeeft dat die afspraak geen garantie is dat de olieprijs ook daadwerkelijk verder zal stijgen de komende maanden, ondanks het feit dat het eerste effect van het OPEC-besluit een hogere prijs voor het zwarte goud is geweest. De OPEC-landen zijn bij lange na niet zo invloedrijk op de oliemarkt als dat ze ooit zijn geweest, om maar wat te noemen.
OPEC-plafonds
Verder geldt dat we nog moeten zien of de OPEC-landen zich wel zullen houden aan de gemaakte afspraken over productieplafonds voor elk land. OPEC heeft geen eigen politiemacht of inspecteurs die kunnen controleren of de leden zich inderdaad houden aan de afgesproken productieplafonds en zo niet het naleven ervan kan afdwingen. De ervaringen uit het verleden zijn ook bepaald geen reden er vertrouwen in te hebben dat men zich keurig aan de afspraken zal houden.
En zelfs als ze zich aan de afspraken blijken te houden: door de stijgende olieprijs en het vooruitzicht op duurdere olie, kan de productie in andere, niet-OPEC landen – denk aan Rusland, Mexico, Noorwegen of de VS – zodanig gaan stijgen dat de olieprijs niet of nauwelijks omhoog zal klimmen. Mocht de olieprijs stijgen, dan worden hun velden ineens weer rendabel en het is te verachten dat ze hun productie in dat geval zullen opvoeren en vaak zelfs opnieuw starten omdat velen ermee gestopt zijn door de lage olieprijs.
Maar…denk eraan: de olieprijs hoeft níet te stijgen om de inflatie in de eurozone fors aan te jagen, dankzij de manier waarop de inflatie wordt berekend. Als de olieprijs tussen nu en 31 december dit jaar geen cent stijgt, dan zal dat alleen al de inflatie naar 1 procent en verder opstuwen. En dat brengt de ECB voor een voor de bank lastige keuze, namelijk kiezen tussen de rente laag blijven houden om de euro-overheden te blijven helpen of de rente verhogen om te hoge inflatie te voorkomen.